
|
REISVERSLAG 8
Doğubayazıt, 7 september 2000
Salaam alejkoem,
Er was eens een jonge moderne sjaa. Hij wilde zijn landje, een restant van wat ooit het immense perzise rijk was, naar amerikaans model hervormen. Disko, lippestift en de minirok vonden hun weg naar Iran. De moella’s waren ontstemt. De sjaa ging met de jaren ook steeds brutaler te keer. En dat pikte het gewone volk ook niet langer. Hij vluchtte en liet een machtsvakuüm achter dat al snel opgevuld werd door ene (wijze?) grijzaard met een lange witte baard. Het kredo van de ajatolla: de klok terugdraaien. Alles wat maar rook naar het duivelse westen werd taboe verklaard. Vanaf nu werd eenieder geacht naar de letter van de strengste islamitise wetten te leven. Geen muziek meer, geen alkohol, geen schaak, geen poëzie... een kleurloos leven. Op de handen en het gezicht na mocht er geen lichaamsdeel onbedekt zijn. Voor vrouwen moesten bovendien ook nog de haren aan het oog ontrokken worden.
We hadden ons mentaal helemaal ingesteld op een land vol gefrustreerde inwoners. En dan dit...
De vrouwelijke grensbeamte die Sje’s pas kontroleerde had haar mouwen opgestroopt tot net onder de elleboog, was zwaar gesjminkt en droeg haar hoofddoek op zulk een wijze dat er meer van haar haar zichtbaar was dan wat moella‘s konden tolereren. ‘Oowverdrest’, net als vele andere toeristes, voelde Sje zich daar een beetje belachelijk. In de bus naar Bam waren ze maar al te happig om een kassette vol bizarre muziek van onze deense reisgenote af te spelen. En in Bam werden we door een ijsverkoopster met een smeulende peuk in haar linker mondhoek in het engels met ergste amerikaanse aksent ooit gehoord, aangezet tot het kopen van haar mierzoete ijskreem.
Het zou alleen maar losser worden. Naarmate de steden groter werden, werden de mantoos (eigenlijk bijna over de grond slepende regenjassen) als maar korter. Vermoedelijk dragen ze in de hoofdstad de mini versie ervan.
Anders dan in andere islamitise landen werden vrouwen hier nooit ontmoedigd om te studeren. Het aantal hooggeschoolde vrouwen is dan ook opvallend hoog. Velen onder hen vinden geen partner op hun nivo (zowel wat de grijze sellen betreft als geëmansipeerdheid). Bewust alleenstaande vrouwen... je moet het maar durven in een islamitise staat.
Maar ook Mohsen-modaal wil bijblijven. En dat doet hij met behulp van de steeds talrijker wordende toeristen. Wij zijn voor hem een uiterst goedkope leerkracht engels. Maar als hij steeds weer diezelfde vragen op je afvuurt (Which country do you belong to? How did you find Iran? What is your opinion about the behaviour of the iranian people?), en dan niet eens luistert naar wat je te vertellen hebt... Dat is een groot probleem: iraniers luisteren NIET!!!
De bevolking is arm. Na de hoofddzjop heeft iedereen nog 1 a 2 bijverdiensten. Zo ontmoetten we een professor die na de uren in een kruidenierszaak een handje hielp. Of een grensbeamte die als taksibestuurder bijverdient. Of de imam die ‘s avonds met een dozijn sokken en twee horloges op straat staat te leuren.
De wegen in Iran zijn in meer dan perfekte staat. Maar er moet een fortuin neergeteld worden om een auto je eigen te kunnen noemen EN... die auto moet bollen. Als voetganger staat je maar een ding te doen: RENNEN! Want wie niet weg is, ligt eronder. De meeste wagens zijn oude europeese afdankertjes: Peugeot 404 en 504, Renault R5, Mercedes-Benz 180, 190 en 200, BMW 1800, 2000, 2002, eerste 3- en 5-reeksen, en Citroën Diane. Hoe ze die nog draaiende houden is ons een raadsel.
Een ander punt waar we allebei maar niet aan konden wennen, was de lange middagpauze. De anders zo hektise en levendige bazaars liggen tussen 13 en 17 uur gewoon stil. Niets te doen, tenzij je terugtrekken op de hotelkamer, of indien er een leuke was, in een teehuis. De teehuizen waren naast de labirint bazaars en moskeeën overigens het enige wat in dit land aanvoelde als 1001 nachten. De rest is modern.
1001 nachten is nochtans wat we verwacht hadden. Het leukste aan Iran was dat het een smeltkroes van etnis diverse bevolkingsgroepen is. Afganen, pakistanen en arabieren in het zuidoosten, perzen in het midden, turkmenen in het noordoosten en koerden en azerise turken in het noordwesten. Allen, maar vooral de vrouwen, buigen zich naar de laatste mode die hier al 20 jaren heerst: ZWART. Jammer dat we door die monotoon zwarte tsjador amper iets te zien kregen van hun kleurrijke klederdracht.
De laatste drie jaren werden er tal van regels versoepeld. Het volk vindt het allemaal te traag vooruit gaan. Met het grootste deel van de bevolking in de adolesensie en dat zich stierlijk verveelt, betekent dit een kruitvat dat elk ogenblik oververhit kan geraken.
|
|