
|
REISVERSLAG 5
Urumqi, 22 juni 2000
Ni hao, hello, bom dia,
Hong Kong mag dan al sinds 1 juli 1997 naar het moederland teruggekeerd zijn, toch mag het nog 55 jaar z'n gewone gang gaan onder het motto 1 land, 2 sistemen. Er zijn nog steeds de -inmiddels versoepelde- grenskontroles, en je sjinees vizum vervalt eens je aan de andere kant bent van het vroegere bamboegordijn.
Het verschil met Sjina is al van het begin merkbaar. Het gerochel is zo goed als onbestaande. Geen fwoep meer. We worden niet meer begaapt; ze hebben er hier genoeg gezien zoals wij. Iedereen staat netjes in de rij. We werden dan ook scheef bekeken toen wij ons op de aankomende bus stortten om ons van een plaatsje te verzekeren. Wij moesten nog andere pas verworven gewoontes weer afleren.
Buiten de 96% sjinezen maken ook indiers, pakistani, filipinoos, zwart-afrikanen, arabieren en de okazionele turken en koerden deel uit van deze kosmopoliete stad.
Er heerst een hektise drukte in de hele stad. Biznes, biznes, biznes, alles draait hier om het verdienen van geld. Hong Kong is een dure stad. Een pas afgestudeerde verdient hier 10.000 HKD (ruwweg zo'n slordige 54.000 BEF). Bruto of netto maakt niet veel uit want de belastingsvoet is hier zeer laag. De hele levensstandaard van de hongkongers ligt dus wat aan de hoge kant. Onze finansiële middelen werden hier dagelijks zwaar afgeroomd. Wie dus denkt hier te moeten zijn voor een koopje, heeft het bij het verkeerde eind. Die ene lens voor het fototoestel of die super platte megakompjoeter kan je maar beter in eigen land aanschaffen. Maar niet alleen technise spullen zijn hier duur. Onze hotelkamer, een sel (je vraagt je af hoe ze het bed er in gekregen hebben). McDonald's was alweer van de partij omdat dat veruit de goedkoopste opsie was om aan de nodige voedingsstoffen te geraken. We hebben wel geprofiteerd van de zomersolden alhier. Er kon zo hier en daar een tiesjeurtje af. Hong Kong, een kleine miljoenenstad, is overbevolkt. Uit pure noodzaak wordt er in de hoogte gebouwd en worden vliegende handelaars, die de sfeer in Sjina een beetje bepaalden, hier uit de straten geweerd. Martsfeer kan je opsnuiven in de vele nachtmartjes die 's avonds opkomen als paddestoelen na een regenbui. Vanaf zonsondergang wordt het zowiezo gezelliger. Dan gaan een na een alle lichtjes aan, meer nog dan in de lichtstad Parijs. Het verleend de stad een romantise noot. Op de promenade slenteren koppels hand in hand, genieten mensen van de zeebries of wordt er majong gespeeld.
We zijn misschien niet met de boot in Hong Kong aangekomen maar we zijn er wel mee vertrokken naar Makau.
Makau, sjinees van oorsprong dan 500 jaar (op een halve eeuw na) portugees en nu zoals Hong Kong nog 55 jaar autonoom.
De portugezen hebben duidelijk hun stempel achtergelaten: talrijke kerkjes en forten, schaduwrijke arkaden en parken en de rustige mediterane levensstijl (niets te merken van die bizneskoorts die als een epidemie heerst over Hong Kong en Sjina).
Sjinezen, makanezen (sino-portugese mengelingen), zwarten uit Angola en Mozambik, mestiezen van Brazilie, indiers uit Goa en een hand vol moedige portugezen zorgen voor een heerlijk kosmopoliet eenpansgerecht... een paradijs voor de smaakpapillen alleen de olijven nog. Die vonden we jammer genoeg alleen ingeblikt in de supermart.
Makau spekt z'n "staatskas" met de inkomsten uit de talrijke kazinoos. Wij droomden ervan om onze reis een beetje terug te verdienen en hebben er ons geluk op de proef gesteld. Eilaas... zijn we ons speelbudzjet op enkele minieme tussentijdse winsten na, helemaal kwijtgespeeld.
Bijna elke dag hebben we ons vertrek naar Sjina uitgesteld omdat het er zo gezellig vertoeven was.
|
|